![]() |
Overgenomen booksteveslibrary.wordpress.com |
Speciaal voor het papieren jubileum van deze blog heb ik me een beetje verdiept in het glorieuze verleden van het obscurantisme. De term obscurantisme is waarschijnlijk afgeleid van de titel van een boek dat verscheen aan het begin van de 16e eeuw. Deze blogpost gaat over dat werk.
Epistolae Obscurorum Virorum (Nederlands: Brieven van obscure mannen) is een satirisch werk dat tussen 1515 en 1519 werd geschreven en uitgegeven. Rond die tijd was er een controverse ontstaan over Joodse geschriften die negatief waren over het christendom. In 1509 had Johannes Pfefferkorn, een tot het christendom bekeerde Jood, de keizer van het Heilig Roomse Rijk weten te overtuigen van de noodzaak van de vernietiging van (een deel van) de Joodse geschriften. Pfefferkorn werd gesteund door de Dominicanen in Keulen. Voordat het bevel van de keizer werd uitgevoerd werd de zaak echter verder onderzocht.[1]
![]() |
Overgenomen: kulturfinder-bw.de |
Reuchlin moest dus verschijnen voor de een rechtbank van de inquisitie, uiteindelijk werd de rechtszaak echter verplaatst naar Rome. Hij werd daar min of meer vrijgesproken door de commissie van de Paus, maar hij wilde eerherstel en publiceerde daarom Clarorum Virorum Epistolae.
Het was een verzameling van brieven van belangrijke humanisten die hun steun hadden uitgesproken voor hem.[3] Dit inspireerde enkele van zijn medestanders om het werk Epistolae Obscurorum Virorum te schrijven. Wat bestaat uit een stel brieven die zogenaamd afkomstig zijn van geestelijken en theologische studenten die tegenstanders zijn van Reuchlin. Het wordt echter al snel duidelijk dat de brieven zijn bedoeld om hen belachelijk te maken.[4]
De eerste brief gaat bijvoorbeeld in op de vraag hoe theologie professors aangesproken dienen te worden. De tweede brief gaat over de straf die staat op het groeten van Joden en de derde brief gaat over een ruzie in een café.
Toch zeggen deze briefschrijvers af en toe wel wat zinnige dingen. Ze hebben, denk ik, wel gelijk als ze stellen dat mensen die niets van theologie weten voorzichtig moeten zijn bij het oordelen over geloofszaken. In brief vijftien wordt het zo verwoordt: "For everyone should cleave to his own business and none should put his sickle into another man's corn."
Af en toe zit er ook element van kritiek op de Kerk (XXII) of de Paus (XII) in de brieven.
Epistolae Obscurorum Virorum doet mij een beetje denken aan Lof der Zotheid. Dat werkje van Erasmus vind ik overigens veel boeiender. Maar de tegenstanders van Reuchlin worden wel goed aangepakt door dit boek. Het verschijnen van de Brieven van obscure mannen is dus zeker een gebeurtenis die thuishoort op de tijdlijn van het glorieuze obscurantisme. Of mijn papieren jubileum daar ook op zou moeten staan... Tja, daar kunnen we over twisten.
[1] http://www.library.illinois.edu/rbx/exhibitions/Reuchlin/essay-section1.html en http://en.wikipedia.org/wiki/Johann_Reuchlin
[2] http://elfinspell.com/WhitcombLetters.html en http://en.wikipedia.org/wiki/Johann_Reuchlin
[3] http://elfinspell.com/WhitcombLetters.html
[4] http://elfinspell.com/WhitcombLetters.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten